Oosternijkerk, St. Ceciliakerk
|
| Kerk |
|
De gotische kerk in twee periodes ontstaan, waarbij het oudste deel de toren betreft.
Deze dateert uit de 13e eeuw. Het toenmalige bijbehorende schip is in de 16e eeuw vervangen
door het nog bestaande. Daarbij is eerst het koor ontstaan en later het schip zelf.
In de noord- en zuidmuur zijn vensters aangebracht die pas later zijn aangebracht. Eerst
zaten hier slechts steunberen. De overige 4 vensters zijn al bij de oorsponkelijke bouw
aangebracht. Ook in andere delen van het schip en koor zijn later vensters aangebracht.
ln de meest westelijke travee aan de noordzijde bevindt zich de ingang binnen een dubbel
geprofileerde spitsboog in een uitgemetseld rechthoekig veld. De toren, die behalve twee
galmgaten geheel gesloten is, wordt gedekt door een zadeldak. De oude klok was oorspronkelijk
in 1668 gegoten door Jurjen Balthasar maar vanwege een scheur in 1909 hergoten door Gebr. Van
Bergen te Midwolda. Van 1969-1970 is de toren grondig gerestaureerd.
De kerkzaal wordt overdekt met een houten gewelf, en trekbalken met geprofileerde sleutelstukken. Er bevinden zich nog een aantal oude elementen in de kerk. Zo is de preekstoek, voorzien van snijwerk in rococo-stijl, omstreeks 1775 gemaakt. Op het voorpaneel is een adelaar uitgesneden. Aan de kuip is een koperen vuist bevestigd waarop de doopbekkenhouder steunt. Ook het doophek is in rococo-stijl. Verder staan er twee dubbele herenbanken die dateren uit de tweede helft van de 18e eeuw, die ook deels zijn voorzien van rococo elementen. De herkomst van de familiewapens die op de herenbanken prijken is niet duidelijk. Ook uit de 18e eeuw dateren drie twaalfarmige koperen kronen. Onder de houten vloer liggen nog grafzerken, die een periode beslaan van 1582 tot 1825. Het interieur werd in 1935 vernieuwd en kreeg toen de huidige inrichting en bankenopstelling. ln de jaren 1990 en 1991 is de kerk in twee fasen gerestaureerd waarbij ook het interieur in de huidige kleuren is geschilderd. De kerk en de toren zijn rijksmonumenten. |
| Orgel |
| 1813-1814 |
| Het orgel wordt gebouwd door J.A. Hillebrand uit Leeuwarden. |
| 1820 |
| L. van Dam en Zn. uit Leeuwarden voert een reparatie uit. |
| 1831 |
| W. van Gruisen uit Leeuwarden verbouwt het orgel en breidt het uit met een onderpositief. |
| 1920 |
| Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden restaureert het orgel. Tevens wordt de Trompet vernieuwd en worden nieuwe zinken frontpijpen aangebracht. |
| 1948 |
| Fa. H. Spanjaard uit Amsterdam voert een reparatie uit en plaatst een nieuwe windvoorziening plus motor. |
| 1969 |
| Fa. Bakker & Timmena uit Leeuwarden demonteert het orgel i.v.m. een torenrestauratie. |
| 1969-1970 |
| Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden voert een restauratie uit: - nieuwe tinnen frontpijpen - nieuwe Trompet 8' - nieuwe Prestant 8' Adviseur bij de werkzaamheden was Lambert Erné uit Utrecht. Op 31 oktober wordt het orgel weer in gebruik genomen. |
| Dispositie |
| Hoofdwerk, C - f''' | Onderpositief, C - f''' | ||||||
|
Prestant Holpijp B D Fluit doux Viool de Gambe D Octaaf Fluit d'Amour Super Octaaf Mixtuur Trompet B D |
8' 8' 8' 8' 4' 4' 2' 3 st. 8' |
Roerfluit B D Prestant D Fluit Travers D Prestant Speelfluit Woudfluit |
8' 8' 8' 4' 4' 2' |
||||
| Pedaal, C - d' | Werktuigelijke registers | ||||||
| Aangehangen |
Afsluiters HW en OP Tremulant Ventyl Koppelingen: HW-Pos. , P-HW |
||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 7 minuten en 49 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2008 |
| Improvisatie |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 12 minuten en 1 seconde |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2008 |